Afscheid en thuiskomst
De laatste dagen was het tijd om afscheid te nemen van iedereen. Donderdag was mijn laatste dag bij het boyshome. Bij het boyshome ben ik elke keer maar twee uurtjes geweest, en ik merkte ook dat het afscheid daarom ook niet zo lastig was. Van de jongens allemaal suuuuper lieve kaartjes en brieven gekregen.
‘reapplication: goodbye
Dear Suzan
I have written this letter to tell you that thank you for the days you have been with us
and I have written to tell you that thank you for the things you have done for us.
You have given us courage,
you have given us biscuits.
And I pray for you in the name of the almighty God.
If you go anywhere may you not forget us please Suzan.
You are my best friend Suzan.
Because you have done good things for us. But I do not know that you have family but if you have may God bless you with your happy family Suzan.
We will miss you very much Suzan.
May God bless you in your journey back to where you are going.
Safe journey.
Never forget Agape members like:
James, Agaba, Ashraf, Simon Peter, Nsamba, Kiiza, Mubiru Arafat, Innocent, Prosper, Kalongi, Ian, Migadde, Musisi, Ashraf, Nakibinge
For: Suzan
From: James
Agape loves you Suzan.’
Vrijdag was het afscheid bij het dropin centre. Dit afscheid vond ik toch wel een behoorlijk stuk moeilijker. Wat ben ik veel van deze kinderen gaan houden. De dag verliep redelijk normaal, totdat Innocent na de lunch een praatje hield om mij te bedanken en afscheid te nemen. Toen wilde ineens bijna alle jongens iets vertellen en om de beurt stonden ze op om mij te bedanken met hele lieve woorden. Ze vertelden me hoe dankbaar ze waren dat ik altijd goed voor ze ben geweest en dat ik ze vertrouwde met mijn telefoon en camera en nog heel veel andere dingen. Ze vroegen of ik de vorige vrijwilligers kon vragen of ze terug wilden komen en natuurlijk wanneer ik zelf weer terug zou komen. Ik weet dat ik ze niets moet beloven, dus dat heb ik niet gedaan, maar hoop zelf oprecht dat ik ze ooit weer kan opzoeken. Na alle lieve woorden kreeg werd ik door iedereen omhelsd en sommigen wilde me ook niet meer los laten. Toen ik naar het kantoor wilde lopen om mijn spullen te pakken tilden twee jongens me op en al snel kwamen er vijf andere aan die me optilden en naar het kantoor brachten. Het was geweldig. Na bijna twee uur lang afscheid nemen (nog een keer knuffelen, nog even dansen, nog even dit, nog even dat.. ooohh ik wilde niet weg) was het toch echt tijd om te gaan. Ik moest mijn koffer nog inpakken en zou nog samen met Mirte naar Acacia mall gaan. Nog voordat het donker werd, want dan konden we op de boda boda.
Vrijdag avond zijn we lekker uiteten geweest om afscheid te nemen van elkaar en ben ik samen met Mirte, Bob en een vriendin van Bob nog even een drankje wezen drinken in Bubbels, de bar waar alle blanke mensen bijeen komen. Veel te laat gingen we naar huis. Zaterdag had ik namelijk weer een druk programma: Bob had me uitgenodigd om mee te gaan naar een Introduction.
Dit is een soort verlovingsfeest waarbij de bruidsschat wordt betaald. Voor deze gelegenheid had ik een gomes nodig. Dit is een traditionele Ugandese jurk. Ook Bob had traditionele kleding aan,
maar gemixt met een westers pak. Een pantalon met een witte afrikaanse jurk en een colbert er over dus. Aparte combi. Op de boda boda gingen we naar het feest. Onderweg kreeg ik heel veel
complimenten over mijn jurk en stootte mensen elkaar aan van: ‘moet je nou eens kijken wat hier langs komt, een mzungu met een gomes!’. Van een paar jongens achterin een truck kreeg ik zelfs een
applaus en ze zeiden dat ik nu een Afrikaan was en geen mzungu meer. Normaal vind ik al die aandacht heel vervelend, maar nu waren mensen zo positief dat ik er wel plezier om had. Eenmaal op het
feest was deze aandacht wel minder gelukkig. De presentator, die enkel in Luganda sprak, vertelde wel: ‘er zit een mzungu in ons midden in een gomes. Dit is ook onze dochter.’ Mijn hoofd werd
natuurlijk knalrood toen ik hoorde dat er iets over mij gezegd werd en iedereen naar mij keek, terwijl ik geen idee had wat hij zei en hoe ik moest reageren.
Na een heel lang verhaal van de presentator, begon het feest. Iedereen zat op stoelen met onze ogen gericht op een tentje in het midden. Om de beurt kwam er een groepje meisjes aan met elke keer
weer mooie, bij elkaar passende jurken aan. Dit was allemaal familie en kennissen van het verloofde meisje. Ze dansten dan een rondje om het tentje (soort partytent) en gingen er vervolgens onder
zitten. Dan hield de presentator een verhaal in Luganda en kregen de meisjes allemaal een cadeautje van de familie van de jongen. Zo ging het de hele middag door. Toen opeens kwam er een rijtje
jongens/mannen aan dansen en stond Bob er tussen. Als werknemer van de vader van de jongen die ging trouwen, kreeg zelfs hij een envelopje.
Aan het eind van de middag was het tijd om de bruidsschat te geven. Dit waren helaas geen (levende) koeien, maar wel wat kippen, veel rijst, zeep, een flatscreen tv, wat ingepakte pakketjes, delen van een koe en een bankstel. En vast nog heel wat andere dingen, maar ik kon niet alles even goed zien. De bruidsschat zou ongeveer 8 tot 9 miljoen UGX kosten, dus zo’n 3 duizend euro. Aangezien het salaris hier niet te vergelijken is met een europees salaris, is dit echt ontzettend veel geld. Maar het gaat dan ook om de knappe dochter van een rijke man. Ik moet er toch even niet aan denken dat Eddy mij zou moeten kopen zeg. Maar het feest was wel heel mooi!
Een Afrikaans feest is natuurlijk niet compleet zonder eten. Voor de laatste keer die ranzige matoke en andere banaan gerechten, veel te veel rijst, g-nut sauce, wat vlees dat altijd eigenlijk meer bot dan vlees is, .. Ik zal het eten niet echt missen.
Daarna thuis mijn spullen ingepakt en om 12 uur werd ik opgehaald door Jjuuko, een van onze vaste chauffeurs en naar het vliegveld gebracht. Om 4 uur ’s nachts zou ik vliegen, maar het werd half 8
voordat we daadwerkelijk vertrokken. Dit was wel heel vervelend, want hoe kraag ik ook in Oeganda wilde blijven, als je eenmaal onderweg naar huis bent wil je gewoon zo snel mogelijk thuis zijn. Op
het vliegveld in Entebbe heb ik een half uurtje geslapen op de harde plastic stoeltjes en dat is dan het enige halfuurtje slaap dat ik heb gehad die nacht. Ik voelde me te moe om te slapen en was
denk ik ook zenuwachtig voor de terugkeer naar huis.
De overstap in Istanbul was gestresst. Heb hard moeten lopen om op tijd bij de gate te zijn, maar uiteindelijk vertrok ook dit vliegtuig weer later dan gepland.
Om 6 uur Nederlandse tijd, dus 7 uur Oegandese tijd, kwam ik dan eindelijk aan op Schiphol. Ik kon wel rennen naar de koffers, ook al wist ik dat ik daar toch moest wachten. Gelukkig kwam mijn koffer best snel en toen was het eindelijk tijd om mijn lieve Eddy weer vast te houden en mijn ouders weer te zien.
Wat is de tijd voorbij gevlogen. Zijn de 8 weken echt al voorbij? Ik kan het nog steeds niet helemaal geloven dat ik nu weer in Nederland zit. Mijn hoofd is in ieder geval nog in Oeganda. Ik had gehoord van het bestaan van de reverse culture shock, had er over gelezen, me voorbereid… Toch valt het tegen. Ik was blij dat het koningsdag was de dag na mijn thuiskomst. Dan zouden mensen in ieder geval vrolijk zijn en wordt er muziek gedraaid. Wat viel dit allemaal tegen. Zoveel muziek was er niet en de muziek die ik hoorde klonk verschrikkelijk. Zelfs het Afrikaanse trommelbandje klonk lang niet zo goed als die in Oeganda. En was Nederland altijd al zo grijs? Waarom is iedereen zo gehaast? Waarom klaagt iedereen zo veel?
Ik kijk enorm uit naar mijn volgende reis naar Afrika. Hopelijk is het deze zomer al weer zo ver en kan ik met Eddy en zijn familie naar Kenia. Ik was zo blij toen ik besefte dat ik voor de laatste keer Posho met bonen had gegeten, maar nu wil ik liever terug, ook al moet ik dan elke dag weer Posho met bonen eten. Het is het zeker waard.
Bwindi
Waaaaaauuw wat was de gorilla tracking mooi! Wat een ervaring! Geweldig!
Echt iets wat je zeker moet doen mocht je ooit naar Uganda, Rwanda of Congo gaan! Want dat zijn de enige landen waar de berggorilla’s voorkomen. In totaal zijn het er ongeveer 880, waarvan wij één familie met al haar 11 leden hebben gezien. Inclusief de baby en de silverback. En dat na maar 20 minuten lopen! We waren ‘voorbereid’ op een tocht van misschien wel zes uur. Niet helemaal voorbereid dan, want je had goede hiking shoes nodig, ik was op mijn sportschoentjes zonder enig profiel en ik had ook geen regenjas. Gelukkig hadden we goed weer. Het was wel nog modderig van de regen dat die nacht was gevallen, waardoor ik regelmatig weggleed. Het ging elke keer net goed en viel net niet meters naar beneden van de heuvel af. Ach, het was het zeker waard.
In het begin zaten ze allemaal in de boom maar na een paar minuten wachten kwamen ze naar beneden en stonden we op zo’n twee meter afstand! We hebben behoorlijk gelachen om die beesten, want wat kunnen ze goed scheten laten.
Ze hadden te veel gegeten, zei onze gids.Na iets meer dan een uur doorgebracht te hebben bij de gorilla familie, Bwazy genaamd, zijn we weer terug naar het kamp gegaan. Daar konden we even lunchen en relaxen. Wally en ik zijn daarna met z’n tweeën nog even op bezoek gegaan bij een stam, genaamd Piagme (als je het zo schrijft), die tot 2001 in het bos leefden. Toen besloot de overheid dat het een beschermd natuurpark werd en moesten zij hun huis verlaten. In ruil daarvoor kregen ze een stuk land en wat koeien en schapen. Een van de liederen die ze voor ons zongen tijdens ons bezoek ging over hoe goed ze het hadden in het bos. Er was altijd eten te vinden en werden nooit ziek. Ze zijn dus duidelijk niet blij met de verhuizing.
De safari was een reis van drie dagen, waarvan we twee dagen door hebben gebracht in de auto. Bwindi is een behoorlijk stuk rijden vanaf Kampala, maar ook hiervan konden we gewoon genieten. Onderweg is altijd van alles te zien en vooral in de buurt van Bwindi was het uitzicht fantastisch. We hebben uren door de mooie groene heuvels gereden. Op zowel de heen als terugweg zijn we even gestopt bij de evenaar en op de terugweg zijn we ook langs een plaatsje geweest waar ze trommels maken. We kregen uitgelegd hoe ze dat precies doen en konden er natuurlijk ook wat kopen.
Vandaag, woensdag, ben ik op bezoek geweest bij twee projecten van andere vrijwilligers. Eerst op de school voor gehandicapte kinderen geweest. Eigenlijk om de twee vrijwilligers daar op te halen, maar dat was ook wel heel leuk om te zien. Maakte ook heel snel vrienden daar. Blijkbaar vond één meisje me op Anne lijken en ze liet me ook niet meer los. Ze waren aan het oefenen voor een sportdag dus er waren allemaal activiteiten buiten. Heel gezellig. Daarna samen met Dieuwke en Mirte naar Nafasi gelopen. Hier was ik al een keer eerder geweest, maar het was leuk om er weer terug te komen. Hele leuke, lieve en eigenwijze kinderen. De andere vrijwilligers vertrekken volgende week en voor hen was dit alvast een afscheidsfeestje. Dayenne had wentelteefjes gebakken en er waren nog andere lekkernijen. Het was een leuk feestje.
Ondertussen zit ik hier in het ICU guesthouse, de plek waar ik wifi heb, te genieten van een trommelbandje dat hier in de buurt staat te oefenen. Oh heerlijk! Uganda is zo geweldig, ik wil niet weg. Komen jullie maar hierheen!
p.s. Voor een uitgebreider verhaal en meer foto's, zie het blog van Wally en Dieuwke:
dieuwkeenwallynaaroeganda2015.reismee.nl
Wachtwoord is Wally&Dieuwke
Het einde van mijn mooie reis komt al weer in zicht...
Hoi allemaal,
Weer even tijd voor een kleine update. Ik merk wel dat naar mate de tijd verstrijkt, ik steeds minder behoefte heb om mijn blog bij te houden. Maar op aandringen van mijn moeder nu toch maar weer een verhaaltje met de hoogte en dieptepunten van de week.
Woensdag was Anne’s laatste dag alweer. Heel jammer, want ik kon het goed met haar vinden. Met haar afscheid heb ik ook het gevoel dat het avontuur voor mij nu ook al bijna afgelopen is. En dat is het ook al. Over precies een week vertrek ik weer terug naar Nederland, waar ik gemengde gevoelens over heb. Ik ben heel blij dat ik iedereen weer zie en dat ik de wasmachine weer kan gebruiken. Daar houdt het dan ook wel mee op. Uganda is zo mooi, de mensen zijn zo vriendelijk en behulpzaam, de natuur is zo prachtig, de stad Kampala trouwens ook. Het is hier gewoon geweldig en ik weet zeker dat ik last ga hebben van een cultuurshock wanneer ik weer terug ben in Nederland. Soms is het wel grappig om te bedenken hoe het zou zijn om me in Nederland te gedragen zoals mensen hier doen. Aan iedereen die langs loopt vragen hoe het met ze gaat, bij onbekenden achterop de brommer springen en onderhandelen over de prijs, met de boda links en rechts inhalen, toeteren om elk klein dingetje (bijvoorbeeld wanneer je iemand inhaalt, wat dus constant is), uit een busje hangen en roepen waar je naartoe gaat, met 21 mensen in zo’n klein busje zitten, het gebruiken van ‘aaahhaaaa’ en ‘hm’ in plaats van woorden, ‘yes’ zeggen wanneer je iets niet hebt begrepen en het beste van alles: geen zorgen maken over wat dan ook. De mensen hier leven zeker volgens de kreet ‘hakuna matata’, ook al spreken ze hier in Kampala geen swahili.
Gelukkig heb ik nog een week om te genieten en dat is ook wat ik deze week weer heb gedaan. Dankzij mijn lieve familie heb ik spullen kunnen kopen voor de jongens van Agape op de boardingsschool. Donderdag heb ik de hele dag samen met Bob (mijn broer uit het gastgezin) door het centrum van Kampala gelopen om alle spullen te kopen, wat een behoorlijke klus was, maar ook een hele leuke ervaring. Down town, zoals ze het hier noemen, is echt een enorme chaos en alleen zou ik er nooit de weg kunnen vinden en de spullen kunnen kopen voor lage prijzen.
Tijdens het kopen van alle spullen merkte ik ook weer hoe behulpzaam de mensen hier zijn. Toen we de eerste winkel in liepen en vroegen of ze daar bepaalde spullen verkochten, vertelde de man dat hij dat helaas niet had maar hij wel wist waar ze dat wel verkochten. Omdat hij niet wist hoe het heette, bracht hij ons zelf naar de winkel. In de derde winkel was het een meisje dat ons hielp met het vinden van alle spullen en zij had echt heeeel veel voor ons gelopen en gesjouwd met onze spullen. En zonder er iets voor te vragen. Toen ik haar als bedankje een briefje gaf van 10.000 UGX (3 euro), vroeg ze waarvoor het was. Ik zei: ‘for you’, en ze sprong echt een gat in de lucht. Ook werd mij een lunch aangeboden in de winkel, want ja, ze was toch aan het koken. Later bood ze ook haar broer aan, maar ik heb beide afgeslagen.
Vrijdag heb ik samen met Godfrey en Innocent de spullen naar de school gebracht. De jongens waren er zo blij mee en hebben me allemaal wel 100 keer bedankt. En ook voor de sponsors: ‘thank you thank you thank you thank you thank you so so so sooo much’. Ook namens mij natuurlijk, want het was echt een top ervaring om dit te mogen doen!
Vandaag ook nog iets heel leuks gedaan, namelijk ziplinen. Met een kabelbaan ga je dan van de ene naar de andere boom. We vertrokken al vroeg richting mabira forest. We zijn met de boda boda naar
het taxipark gegaan en hebben daar in alle chaos (zie foto van vorige keer) toch best snel de goede matatu gevonden. Ik blijf het wel ongemakkelijk vinden hoe iedereen ons aanspreekt om te vragen
waar we heen gaan en iedereen je maar al te graag in zijn of haar matatu wil omdat we blank zijn. Ik wil helemaal niet anders behandeld worden.
Ik ging samen met Mirte en Esther. Mirte is een andere doingoood vrijwilligster en Esther is een ander Nederlands meisje die ik een keer heb ontmoet bij het zwembad (Hé, zijn jullie ook
Nederlands?). Vrienden maken gaat hier zo makkelijk. Of het nou met Oegandezen is of andere mzungu’s.
In Lugazi town werden we opgehaald door een jongeman van het zipline-bedrijf. Met de boda gingen we weer verder. Dit was wel een heel ander tochtje dan de ritjes door de drukke stad. Maar niet per se minder gevaarlijk. Met 50 km per uur gingen we over de glibberige modderpaadjes tussen de rietsuiker gewassen door, heerlijk! Echt fijn om te genieten van de boda rit zonder al die uitlaatgassen in te ademen. Ik denk dat mijn longen ondertussen wel zwart zijn hiervan.
Het ziplinen zelf was echt geweldig. Na een wandeling van ongeveer 20 minuten kwamen we aan bij een grote boom met wat metalen beugeltjes, waarmee we naar boven konden klimmen. Ongeveer 20 meter hoog. Dat was wel het spannendst eigenlijk! Daarna zes keer naar een boom geslingerd en de laatste keer richting de grond, wat eigenlijk het mooiste was, omdat we aan een extra touw zaten om de snelheid onder controle te houden. Langzaam aan gingen we dus vanaf de boom, over een riviertje weer naar beneden. De mannen die ons begeleiden klommen trouwens zonder zekering de boom in en uit!
De laatste week is nu alweer ingegaan… Maar er staan nog leuke dingen op het programma. Morgen ochtend vertrekken we vroeg voor de gorilla tracking in Bwindi (zuid Oeganda), dinsdag komen we ’s avonds terug, woensdag een feestje bij Nafasi, donderdag afscheid bij het home, vrijdag afscheid bij het dropin centre en zaterdag als mooie afsluiter een verlovingsfeest! Van mensen die ik niet ken maar ach, in Afrika hoef je niet per se uitgenodigd te zijn.
Webale!
Hi mzungu’s en Eddy,
Donderdag ben ik samen met Inge en Innocent naar de school geweest waar ik een poos terug ook was. Een paar van de jongens van het dropin centre gaan daar naar school. De jongens vertelden deze keer dat ze geen schoolspullen hebben. Ze doen allemaal een praktijkopleiding, maar kunnen alleen met hun vrienden meekijken en als ze geluk hebben wat lenen, als hun vrienden snel klaar zijn. Het lijkt me behoorlijk lastig om een kappersopleiding te volgen zonder schaar en rollers e.d..
Dankzij mijn lieve familie heb ik nu genoeg geld ingezameld om die spullen voor ze te kopen! Webale!! (bedankt). Morgen ga ik deze spullen kopen samen met Innocent. Ook Innocent is jullie super dankbaar. Ze heeft me wel 100 keer gezegd iedereen te bedanken. Mooi om te zien hoe veel ze om deze kinderen geeft.
Vrijdag ochtend kwam ik aan bij het dropin centre en trof ik Innocent buiten aan. Ze was donderdag in alle haast haar sleutels vergeten en Philip was er niet vandaag. Er was dus weinig te doen voor ons, aangezien alle spullen op het kantoor lagen dat dus op slot zat. Gelukkig kon de kok wel bij het eten en konden de kinderen dus wel te eten krijgen. Ik ben toen maar vroeg naar het boyshome gegaan, waar ik lekker heb voorgelezen aan de twee jongste kinderen (4 en 5 geloof ik). Was leuk om hen wat individuele aandacht te geven.
Dit weekend was iedereen van het Doingooodhuis, behalve Anne en ik, naar Banda Island. Anne en ik hadden dus het huis even voor onszelf, wat ook wel even lekker is. Zeven mensen in zo’n huisje is toch best veel namelijk. Vrijdagavond hebben we lekker een filmpje gekeken en zaterdag zijn we naar Nafasi geweest. Dit is een weeshuis waar Anne vrijwilligerswerk heeft gedaan tijdens de eerste periode van haar reis in Oeganda. Kon ik toch nog even lekker baby’tjes knuffelen! Wat opviel is dat er drie tweelingen zijn! Veel mensen geloven hier dat tweelingen ongeluk brengen o.i.d. of hebben er geen geld voor. Het zijn wel super schattige kindjes allemaal. We hebben met de iets oudere kindjes even op de trampoline gesprongen en geschommeld. Nafasi komt binnenkort op tv: zondag 19 en 26 april en 3 mei om 10.05 op NPO 2.
Na het bezoekje aan Nafasi zijn we weer even naar de craft market geweest. Anne had nog een paar spullen nodig en natuurlijk kon ik me weer niet inhouden. Goh, volgens mij schrijf ik dit in elk verhaal op mijn blog?
’s Avonds een feestje gehad en daarna lekker uit geweest. En zondag ochtend gewoon op tijd opgestaan, lekker ontbeten met wat pannenkoeken en wezen sporten! Ook al had ik er totaal geen energie voor en heb ik niet echt heel actief gedaan, om vervolgens lekker in slaap te vallen op het bedje naast het zwembad.
Vandaag, maandag, zijn we weer op outreach geweest, omdat er niet veel kinderen in het dropin zijn. In totaal hebben we drie uur gelopen en bijna geen kinderen gevonden dus dat was wel jammer. Heb het er met Innocent over gehad dat we een beter ontbijt moeten geven aan de kinderen na zo’n hele tocht, of het dropin centre moet verhuizen naar een buurt waar meer straatkinderen zijn. Ik denk dat het laatste niet echt een optie is, maar ga het eerste wel overleggen met de baas van Agape.
Jinja
Hoi allemaal,
Heb weer een lekker weekendje achter de rug! We (Dayenne, Kimberley, Wally, Dieuwke en ik) zijn dit weekend naar Jinja geweest. Dit is een plaatje in de buurt van Kampala, waar veel activiteiten te doen zijn. Daardoor zijn er ook best wat mzungu’s te vinden.
De reis er naar toe was al een ervaring op zich. We werden zaterdag om 9 uur opgehaald door onze gids John. We vertrokken met wat boda boda’s naar het taxipark (foto komt nog). Hier liepen we even rond en daarna liepen we weer weg. Maar we gingen toch met de matatu? Ja, maar als we er een iets verderop pakken dan is het goedkoper. Oké. Wij lopen wel met al onze bagage hoor. Uiteindelijk in de matatu was het heel gezellig. Volgens Nederlandse normen zou het busje met 12 mensen vol zitten. In Afrika kan 21 ook best. Het was dus propje vol, super oncomfortabel, maar ook een hele leuke ervaring. In een matatu zit meestal een conductor. Dit is een persoon die de hele weg half uit het raam hangt om te roepen waar het busje naartoe gaat, om zo veel mogelijk mensen mee te krijgen. Wat wel bijzonder was, was dat er naast de chauffeur maar één persoon zat, namelijk onze gids, en er twee stoelen zijn naast de chauffeur. Toen we aan de conductor vroegen waarom er niemand op die plek zat, terwijl wij met 5 personen op drie stoelen zaten, antwoordde hij: ‘he paid for the bag’. Okeeeeee….
Onderweg naar Jinja stopten we bij een bos voor een boswandeling onder begeleiding van een andere gids. Een paar leuke aapjes gezien en we kregen mooie verhalen te horen bij (omgevallen) bomen. Tijdens onze wandeling regende het, maar daar mochten we van de gids niet over klagen, want nu was het een echte rainforest.
We vervolgen onze reis naar Jinja in een auto van een man die een soort van toevallig langs reed en wel taxi wilde zijn. Er zat een vrouw in de auto, die moest er uit, wij konden er in. Hoop dat jullie je niet afvragen of dat wel paste, met 7 in een auto. In Afrika past het altijd. Na een paar minuten rijden begon de chauffeur te slingeren. ‘Why are you doing that?’. ‘No gas.’ Dus toen stonden we stil aan de kant van de weg. De chauffeur pakte een jerrycan achteruit de auto en ging wat benzine halen. Niet veel later kwam hij terug achterop een brommetje en gebruikte een plastic flesje zonder onderkant als trechter om de benzine in de auto te gieten. En we konden weer verder.
Eenmaal in Jinja lekker gegeten. Ik moet er nog steeds wel aan wennen dat het hier normaal is om twee keer op een dag warm te eten. Ik ben meestal blij als ik een sandwich kan bestellen. Maar iets met vlees ben ik ook altijd wel blij mee, aangezien ik dat thuis niet eet met twee vegetariërs in huis. Ook koop ik sowieso liever geen vlees dat de hele dag buiten hangt met wat vliegen er op.
Na de lunch hebben we een boottochtje gemaakt naar de bron van de Nijl. Dit was prachtig om te zien. Wat mooie vogeltjes gezien. Volgens onze gids moesten we heel blij zijn dat we de Giant
kingfisher hadden gezien, aangezien dit een zeldzame vogel is. Ik hoop dat ik nog weet welke het is als ik mijn foto’s ga uploaden hihi.
We kwamen aan bij een mini eilandje waar we met blote voeten op moesten. We liepen namelijk over wat stenen naar de plek waar de langste rivier van de wereld begint. Of in ieder geval, de witte
Nijl. Er zijn namelijk twee punten die samen komen, volgens mij in Sudan. Op het eilandje stond ook een tentje die souvenirtjes verkocht. Het was alleen niet heel comfortabel lopen met onze tere
voetjes op die stenen.
Na ons bezoekje aan de source of the Nile moesten we snel naar onze slaapplaats. ‘We go?’ is wat onze gids constant zei. Heel raar hoor, een gehaaste Afrikaan. We sliepen in een backpackershostel,
the Nile river camp. We zouden eerst een eigen slaapzaaltje hebben, maar later hoorden we dat er toch nog iemand bij kwam. Toen we gingen slapen en er maar niemand kwam, hebben we de deur maar op
slot gedaan, aangezien hij anders steeds open waaide. Om half 7 ’s ochtends werden we gewekt door hard gebonk op de deur. ‘OPEN THE DOOR’. Vervolgens stonden er 4 mannen te fluisteren in onze
slaapzaal. Ja hoor, de anderen gingen ook maar eens naar bed.
Wally, Dieuwke, Kimberley en ik zijn toen maar opgestaan en hebben een wandeling gemaakt. We hadden gehoopt een mooie zonsopkomst te zien, maar daar was het helaas wat te bewolkt voor en we hadden
ook niet echt een goed uitzicht op die kant. Helaas. Wel heel leuk gekeken naar wat aapjes die door de bomen slingerden, vlak voor ons. En ook nog wat mooie foto’s kunnen maken van het mooie
uitzicht daar.
Samen met de gids vertrokken we om een stadswandeling te maken. We liepen door een wijk met grote huizen waar vroeger soldaten woonden en nu regeringsleden en blanken. Oftewel rijke mensen. Op
gegeven moment kwamen we aan bij een gebouw dat gebruikt werd als kerk en waar een swingende paasviering aan de gang was. We werden meteen van harte uitgenodigd om binnen even een kijkje te nemen.
Wat zijn deze mensen toch lief en beleefd.
Aan het eind van de wandeling hebben we nog wat leuke spulletjes gekocht (ja weet nu zeker dat het niet meer in 1 koffer gaat passen!). Wat wel grappig: ’s ochtends kwamen we langs een winkel waar
het alarm af ging. Toen we rond 2 uur daar weer langs kwamen, was het alarm nog steeds aan het afgaan daar. En iedereen zat er gewoon rustig bij alsof er niets was.
Een voorbijganger bood ons een lift aan en zo kwamen we aan bij het zwembad. Daar konden we even lekker genieten van het weer dat gelukkig mooi was op dat moment. Het regenseizoen is nu wel echt begonnen namelijk. Het was wel enigszins ongemakkelijk in mijn bikini. Iedereen had toch wel een badpak aan met iets er over. Een bikini is eigenlijk iets te bloot voor Oeganda. Toen wij het water in gingen, was het plots opeens ook heel rustig in het water. Oftewel, iedereen was er uit. Toen wij er uit gingen, gingen anderen er weer in. Apart…
Voor de Indische jongens die naast ons zaten waren we ook een hele attractie. Die mzungu’s in bikini… Heb geprobeerd me er niets van aan te trekken en gewoon lekker te genieten in de zon. Er zijn hier trouwens veel Indiërs, die ooit hierheen zijn gehaald om het spoorwegennet aan te leggen. Ze zijn hier gebleven omdat het hier zo lekker goedkoop is allemaal.
De terugweg was weer net zo’n belevenis als de heenweg. Met z’n tweeën achterop de boda boda (dat is ook best gezellig!) naar een taxiparkje gegaan en vervolgens met de matatu naar huis. Onderweg
natuurlijk weer van alles gezien, zoals een jongen die op skates achter een vrachtwagen hing, die ook nog eens keeeiiihard reed. Het lijkt soms wel of een mensenleven hier niet zoveel waard is.
Onderweg gezellig gepraat met het vrouwtje naast me, want hier is het zo lekker normaal om hele gesprekken te hebben met mensen die je niet kent. Oegandezen zijn zulke leuke mensen!
Onderweg stopten we even. Een meisje stapte uit en even later kwam ze omgekleed weer terug in de matatu. Ach, daar konden we wel gewoon even op wachten. Aangekomen in Kampala zei de chauffeur dat
iedereen er uit moest. De mzungu’s moeten natuurlijk voor de deur worden afgezet. Niemand leek het erg te vinden.
Vandaag, tweede paasdag, weer een heerlijk dagje naar het Speke resort geweest, waar ik ook was in mijn eerste weekend. Lekker gesport, gezwommen en gezont! Ik begin al wel een mooi kleurtje te krijgen :).
Murchison falls
Hallo allemaal!
Het is al weer even geleden, maar het is weer tijd voor de volgende update. Ik heb weer super veel meegemaakt deze week!
Vorige week donderdag was ik met Godfrey, de founder van Agape, mee geweest naar een boardingschool waar jongens van het dropin centre zaten. We kregen daar een rondleiding langs alle ‘lokalen’. De helft was eigenlijk buiten. Voor een van de gebouwen stonden drie afgetakelde auto´s, waar de leerlingen mee konden sleutelen. Een van de auto zag er wel heel kaal uit en de docent die ons rondleidde vertelde dat leerlingen die auto leeg gejat hadden en alle onderdelen hebben verkocht. Handig zeg. De apparatuur van o.a. het houtbewerkingslokaal zag er historisch uit en om bouwvakker te worden moest je gewoon twee maanden lang oefenen met muurtjes bouwen. Theorie lokaal voor de bouw was er niet.
Vrijdagavond zijn we uit geweest. Grappig om mee te ervaren hoe snel en gemakkelijk je hier vrienden maakt. Een meisje wilde graag vrienden zijn en vroeg mijn telefoonnummer. Die had ik maar gewoon gegeven (mijn Oegandese nummer) en de dag erna belde ze me om te vragen hoe het met me ging en hoe het ging met mijn familie, hoe het was met het gastgezin en daarna zei ze: ‘okay talk to you later, bye!’.
Zaterdag ben ik met andere vrijwilligers en Bob, mijn gastgezin broer (Margaret noemt me haar dochter), naar African village geweest, een craft market. Weer mooie spulletjes gekocht. Moet misschien
wel een tweede koffer aanschaffen nu, hihi. Daarna een bezoekje gebracht aan de grootste markt van oost Afrika geweest. Dat was ook wel bijzondere ervaring. Alles staat super dicht op elkaar en we
werden non stop aangesproken, omdat ze natuurlijk het liefst hun spullen verkopen voor een muzungu-prijs. Wat ook wel grappig was, was dat Bob mij alles vertelde wat de mensen onderweg in het
Luganda tegen elkaar over ons zeiden, zoals dat Diewke en Wally waarschijnlijk onze moeders waren (ze hebben ook wel die leeftijd, dus had zo gekund) en een boda driver wilde Bob wel geld geven als
hij er voor zorgde dat ik bij hem op de boda ging.
Na de markt even met Bob boodschappen wezen doen en onder andere elektriciteit gekocht. Dat doe je in de supermarkt bij een apparaat waar je kan aangeven hoeveel je wil, je stopt er wat geld in en
er komt een bonnetje uit, waarmee je vervolgens thuis in een kastje wat nummers kan invoeren en tadaa, stroom. Totdat het uitvalt natuurlijk, wat regelmatig gebeurt.
’s Avonds met mijn ‘broers’ mee geweest naar de kapper. Dit was in een gebouwtje van 6 vierkante meter met twee spiegels, twee kapotte stoelen en een houten kastje. Bob was benieuwd of het er in Nederland anders uitzag. Klein beetje maar.. Daar vroeg een van de kappers hoeveel koeien ze wilden hebben voor mij. Gelukkig vonden ze het aanbod van 150 koeien wat te veel. Begint soms wel vervelend te worden, al die aandacht. Soms wil ik liever gewoon Afrikaans zijn en niet zo opvallen.
Zondag ben ik met Margaret naar de kerk geweest. We waren heel erg laat, omdat het regende en dan rijden er geen boda boda’s. Het zanggedeelte was al bijna voorbij toen wij aankwamen, dus dat was heel jammer. Ook was er toevallig net deze dag een priester uit de UK. De blanke man had het de helft van de tijd over muzungu’s en deelde zijn geld uit, om een punt te maken over iets wat te maken had met rijkdom en delen. Snapte het niet helemaal. Het was wel apart, maar ook wel heel leuk om een keer gezien te hebben. De rest van de dag lekker uitgerust en voetbal gekeken met super over-enthousiaste Oegandezen.
Maandag een kort dagje gehad op mijn project. Ben op tijd naar huis gegaan om mijn spullen in te pakken voor de safari en het terugverhuizen naar het Doingoood huis. Maandag avond lekker uiteten geweest met alle vrijwilligers en nog wat vrienden van de Duitse vrijwilligers, die op bezoek kwamen in Oeganda. Was een gezellig avondje.
Dinsdag ochtend vertrokken we naar Murchison falls. Wauw, wat was dat geweldig. Het was zoooooo mooi. Heb er geen woorden voor. En op de foto’s is het nog niet half zo mooi als in het echt, wanneer je het hoort, voelt en ruikt allemaal. Wat een beleving. Voor mijn gevoel duurde het maar één dag, maar het waren er in werkelijkheid drie. Op dinsdag zijn we begonnen met een Chimpansee trekking. Een gids leidde ons door het bos en al heel snel kwamen we wat Chimps tegen. Eerst alleen hoog in de bomen, maar later ook op de grond. Wat een geweldig geluid maken die beesten trouwens. Het klonk of ze ons aan gingen vallen om hun territorium te verdedigen, maar volgens de gids lieten ze op die manier gewoon aan elkaar weten waar ze waren en waar ze lekker eten konden vinden. Onderweg naar ons kamp kwamen we al wat leeuwinnen tegen, waarvan één aan het spelen was met een lege fles.
De volgende dag zijn we opzoek gegaan naar de big 5. We hebben echt van alles gezien: giraffen, heeel veel verschillende soorten ‘herten’ (impala’s e.d.), olifanten, nijlpaarden, een hyena, leeuwen, buffels, pumba’s en verschillende soorten apen en vogels.
’s Middags hebben we een boottocht over de nijl gemaakt richting de waterval. Toen nog veel meer hippo’s gezien en ook krokodillen. Aan het eind van de tocht konden we langs de waterval omhoog lopen/klimmen. Dat was wel behoorlijk zwaar met een gevoelstemperatuur van 40 graden, maar het was het absoluut waard. Wat een mooie plek was dat. Definitely the most beautiful place I’ve ever seen.
‘s Avonds konden we nog een hippo bekijken tussen de tenten. Ze heette Gloria en komt wel vaker langs, vertelde een van de werknemers. Leuk om er zo naar te kunnen kijken van een paar meter afstand. De derde en dus laatste dag van de safari zijn we naar een Rhino-park gegaan. Ook hier konden we de dieren van een paar meter afstand, gewoon op de voet, bekijken. Prachtig. Wat jammer dat het al weer voorbij is.
Donderdagavond zijn we bij onze coördinator, Inge, thuis wezen eten. We hadden alleen met de taxi de verkeerde route genomen, waardoor we 2 en half uur met zijn tienen in een busje zaten gepropt wat was bedoeld voor 8 personen. Ach je moet ook geen haast hebben in Afrika. Wat is deze cultuur toch heerlijk! Het heeft me echt al veranderd in de eerste drie weken. Wat zeuren Nederlanders toch veel over kleine dingen. Wat schieten we daar nou mee op? Just enjoy!
Wel grappig: via de app van nu.nl krijg ik altijd een melding bij belangrijk nieuws. Vandaag las ik dus dat een deel van Nederland zonder stroom zat. Wat een lachertje als je hier zit zeg! Belangrijk nieuws….
Banda Island & gastgezin
Vrijdag ochtend zijn we (ik en 5 andere vrijwilligers) vertrokken naar Banda Island. Toen we bij de boot aankwamen die ons daarheen ging brengen, werden we getild over het water naar de boot. Dat is hier heel normaal, maar voor ons wel een bijzondere ervaring. Het bootje waarmee we vervoerd werden was een klein houten bootje waar ongeveer 15 mensen in passen, met een zeil boven ons om ons te beschermen tegen de zon. Het was echter niet de zon waartegen ik beschermd wilde worden, maar de harde wind en het water wat constant over de rand klotste. Na een poosje waren we allemaal doorweekt en blauw van de kou. Na iets meer dan drie uur bibberen, kwamen we aan op het mooie eiland.
Op het eiland werden we verwelkomt door Andrew, een van oorsprong Australische man die al meer dan 20 jaar in Afrika woont, en Brenda, een Oegandese meid van 23 met een súper schattige baby.
’s Avonds hebben we met z’n allen wat spelletjes gespeeld en genoten van een kampvuur. Ik sliep in een tent die eerst grondig onderzocht moest worden om te checken of er niet van die enorm grote
vieze griezelige spinnen in zaten, zoals in het toiletgebouw. Ik kon door het zien van de griezels ook niet echt snel in slaap komen en werd vervolgens ook weer super vroeg wakker, waar ik van
baalde totdat ik naar buiten liep en zag hoe mooi de zonsopkomst was op het eiland J. Het was heel peacefull om even alleen op het strand te zitten en te kijken naar de zonsopkomst en wat foto’s te
maken. Toen iedereen wakker was en had ontbeten, gingen de jongens waterskiën en kon de rest mee in de speedboot om een rondje om het eiland te maken. Heerlijk.
Later op de dag zijn we het vissersdorpje gaan bezoeken, waar we ook heen gingen met de speedboot. In het dorpje waren heel veel kinderen die allemaal onze handen vast wilde houden en met ons
meeliepen door het dorpje. Super schattig. De weg terug naar het resort was minder leuk.
Het was allemaal wel heel mooi om te zien, maar ik had niet echt de goede schoenen aan (slippers) om de heuvel op te klimmen en over de smalle zandpaadjes te lopen tussen de struiken door. Onderweg
begon ik te snappen waarom er geen muggen te bekennen waren op het eiland. Toen we onder wat bomen doorliepen, zaten daar honderden eeeenooorrrmee spinnen. Ze hadden net geen sabeltanden, maar t
had niet veel verschil gemaakt. En daar moesten we dus onderdoor lopen. Ik kon wel huilen, maar de rest liep gewoon door en de Oegandese man die ons begeleidde, lachte me een beetje uit. Later was
ik helemaal niet meer zo bang voor de spinnen die in het toiletgebouw zaten. En helemaal niet meer bang voor kleine spinnetjes en langpoten we ook in Nederland hebben. Toch wat overwonnen
dus.
’s Avonds weer lekker genoten van een kampvuur en zondag op tijd vertrokken, omdat we zo min mogelijk wind wilden hebben tijdens onze bootreis.
Toen we aankwamen op het vasteland hebben de anderen daar wat verse vis gegeten. Op gegeven moment kwam er een zwerm kleine vliegjes aan. Nog nooit zo iets meegemaakt, maar ik werd gedwongen om de
kant op te kijken waar de vliegjes heen vlogen, omdat ze anders massaal in mijn neus, ogen en mond zouden belanden. Zo zaten we daar een paar minuten te wachten tot ze weer voorbij waren.
Vervelend, maar toch ook wel grappig om een keer mee te maken.
Toen we aankwamen bij het Doingoood huis waren er weer twee nieuwe Nederlanders en inmiddels zijn er nog twee bij gekomen. Aangezien zij eerder hadden geboekt dan ik, zit ik nu tijdelijk in een gastgezin. Wat ik ook prima vind, weer een andere ervaring. Het hoofd van het gezin is Margaret, een hardwerkende vrouw met een heel goed hart. Al het geld dat ze zelf niet nodig heeft, gaat naar ‘haar’ weeskinderen. Ook heeft ze een paar meisjes in huis wonen, die helpen met het werk en in ruil daarvoor naar school gaan. Verder wonen er twee zoons, Edwin en Bob, die beide studeren aan de universiteit en is er nog een andere Nederlandse te gast, Rianne.
Ik vind Margaret een bijzondere vrouw. Ze is een weduwe die na de dood van haar man helemaal niets had. Inmiddels heeft ze haar eigen bedrijfje opgebouwd. Ze verkoopt drinkwater: gekookt
kraanwater, afgekoeld en in boterhamzakjes gedaan. Ook heeft ze een paar kippen, ook al weet ik niet precies wat daar mee gebeurt. Margaret zorgt voor 40 weeskinderen, die ondergebracht zijn in
verschillende homes in de buurt. Naast dit is ze ook nog super vriendelijk en gastvrij.
Wat wel heel grappig is: ze is in Apeldoorn geweest om een vriend(in) te bezoeken. Hoewel ze de Nederlanders allemaal heel onvriendelijk en onbeleefd vind (niemand groet elkaar bijvoorbeeld), zou
ze wel graag in Nederland willen wonen, want het is er zo lekker koel.
Ik hoef hier niet voor mijn eigen maaltijden te zorgen, wat ook wel even lekker is. Gisteren werd ik alleen wel ziek… Varkensvlees was misschien toch niet zo’n goed idee. Ik ben gisteren wel naar het dropin centre geweest, maar rond half 12 weer naar huis gegaan en heb toen even lekker geslapen. ’s Avonds voor het eerst Matoke geproefd, het lokale gerecht gemaakt van banaan. En dat was echt niet lekker.. Gelukkig hoefde ik het niet op te eten aangezien ik ziek was.
Vandaag wederom naar het dropin centre geweest, ondanks dat ik me niet lekker voelde. Ik vind het zonde om de hele tijd thuis te zitten. Dat kan in Nederland ook wel. Een paar van de jongens wilde graag weer Nederlands leren vandaag. Ik heb even goed kunnen lachen om hun uitspraak van o.a. ‘goedemorgen’ en ‘negenennegentig’. Het viel me wel op dat een van die jongens echt super snel alles onthield. Terwijl Nederlands helemaal niet zo’n makkelijke taal is. Na één keer alle cijfers te hebben genoemd van 1 tot 20, kon hij ze de keer er na meteen foutloos nazeggen. Dat hoef ik niet te proberen in het Lungandees. Na de lunch (ik had nu wel een goed excuus om geen poscho met bonen te eten) ben ik naar huis gegaan. Ik voel me inmiddels wel weer iets beter, dus morgen kan ik er weer gewoon tegenaan denk ik.
Week 2
Hoi allemaal!
Alweer een nieuw verhaal! Ik had helemaal niet verwacht dat ik zo veel zou schrijven, maar ik maak hier ook zo veel mee en ik vind het zonde als ik dingen vergeet. Ook al zet ik lang niet alles in mijn blog!
Maandag ben ik samen met Dirk naar het project geweest. Het was fijn om er nog een Nederlander bij te hebben, ook al probeer ik zo min mogelijk Nederlands te praten waar de kinderen bij zijn. Maandag begonnen de jongens de dag, zoals elke dag, met een ontbijtje: een droge boterham met thee. Daarna heb ik eindelijk mijn eerste ‘les’ meegemaakt bij het dropin centre. In de eerste week was daar om onduidelijke redenen niet echt van gekomen. Wat trouwens heel erg zonde is, aangezien die kinderen echt graag willen leren. Ik heb met een van de jongens apart gezeten om een boekje te lezen. Innocent en Philip geven de jongere kinderen les, die nog niet goed of zelfs geen Engels kunnen, en Dirk en ik de wat oudere kinderen. Ik vond het erg leuk om te doen. Dat de kinderen het zelf ook leuk vinden, maakt het voor mij nog leuker. De rest van de dag hebben we wat spelletjes gedaan, ook bij ’t Home hebben we wat kunnen vinden.
Dinsdag ben ik samen met Innocent en een van de jongens op outrech geweest in de sloppenwijken. Aangezien een aantal jongens van het dropin centre naar ’t Home zijn gegaan en een aantal naar school, is het nu wat rustiger, dus tijd om wat meer kinderen op te zoeken en te vragen of ze naar het dropin centre willen komen. Op de heenweg zijn we een klein stukje met de matatu (taxibusje) geweest. Er waren nog maar twee plekken, maar ja, hier moet je dan maar gewoon wat dichter tegen elkaar aan zitten en dan gaat het ook prima. Heerlijk dat niemand hier moeilijk doet over iets. Ook al maakt dat het verkeer niet altijd even veilig. Bellen tijdens het rijden, brommer rijden zonder helm, zowel links als rechts inhalen.. alles kan hier in principe. Ook als ze bezig zijn om een weg te verbouwen, zoals het geval is op de weg van het dropin centre naar het Home, dan kan je daar gewoon overheen rijden met de boda boda. Gewoon even bukken als je onder het afzetlint door rijdt.
Maar de outreach.. Het was dus alsnog wel een half uur lopen, en wel meer dan een half uur terug, dus het was best een zware tocht. Het is de laatste dagen ook wat warmer dan anders en ik had geen
water bij me. Maar ik heb niet durven klagen, sommige jongens lopen dat stuk elke dag. De sloppenwijk was wel bijzonder om te zien. Kon hier natuurlijk geen foto’s van maken, dus jullie moeten me
maar gewoon geloven.
Op de terugweg werd ik ten huwelijk gevraagd door een onbekende voorbijganger. De jongeman bleef een best stuk achter ons aanlopen, maar uiteindelijk gaf hij het op. Het was te proberen.
Bij het Home hebben Dirk en ik de kast met spelletjes eens uitgepakt en best veel spelletjes gevonden. Sommige nog in het plastic. De social worker (die elke dag de hele dag achter zijn laptop zit en briefjes schrijft) zei dat hij niet wist hoe die spellen gespeeld moesten worden dus dat ze daarom niet worden gebruikt. Dirk en ik hoefden ons in ieder geval niet te vervelen.
Woensdag kregen we bezoek van wat Zweedse sponsoren. De dag verliep dan ook meteen heel anders dan normaal. Dirk had uit Nederland wat touwtjes meegenomen en een boek met uitleg hoe je daar mooie
armbandjes van kon maken. Dat hebben we dan ook maar geprobeerd uit te leggen. Sommige kinderen konden het, anderen bakte er echt niets van, maar ze vonden het in ieder geval heel leuk. Omdat we
bezoek hadden kregen we een zeer luxe lunch: rijst, aardappelen, vlees, jus en wat groente. Het was voor het eerst dat ik hier vlees had gegeten, dus was benieuwd hoe het ging, maar voelde me
prima. Het was heerlijk. Wat kan je daarvan genieten na elke middag droge, smakeloze Poscho met bruine bonen te hebben gegeten.
De jongens kregen ineens super veel puzzels en spelletjes om te spelen en ineens was er ook weer een voetbal. Het was een heel feestelijke dag en het was ook super druk, waarschijnlijk door de
outreach de dag er voor.
Wat minder leuk was aan deze dag: er waren twee nieuwe meisjes. Ze waren door een vrouw gevonden op straat en Innocent vertelde me aan het eind van de dag hoe ze bij ons terecht waren gekomen. In het bijzijn van de twee zusjes, 14 en 6 jaar oud. Ik moest een paar keer slikken…
De moeder van de meisjes heeft hen verlaten, omdat ze werd mishandeld door hun vader. Hun vader kwam vast te zitten, waardoor de meisjes verhuisden naar een gezin waar het oudste meisje als maid
kon werken. Ze mocht niet naar buiten en niet met andere mensen praten. Toen besloot ze om daar samen met haar zusje weg te gaan, omdat ze graag naar school wilde. Ze wist dat ze familie had in
Kampala en met z’n tweeën zijn ze toen naar Kampala gelopen in de hoop hun familie te vinden. Kampala is alleen wel een hele grote stad en de kans is klein dat ze elkaar gaan vinden.
De meisjes zijn nu bij de vrouw die ze heeft gevonden, maar zij heeft geen geld om voor hen te zorgen, naast de zorg die ze heeft voor haar eigen kinderen. Innocent en Philip deden hun best om er
voor te zorgen dat ze in ieder geval wat eten en kleding hebben.
Vandaag was het alweer Dirk zijn laatste dag bij Agape. Wat vliegt de tijd… Morgen ga ik met alle anderen van het Doingoood huis naar Banda Island, een eiland in het Victoria lake. Even een weekendje lekker chillen. Ook al voelt dat ook wel heel raar, aangezien het voor de kinderen van het Dropin Centre weer een paar dagen overleven is op straat.